Jheronimus Bosch Art Center

De Nassauers van Breda en Jeroen Bosch' De Tuin der Lusten

Gerlach 1969b
Gerlach O.F.M. Cap., P.
Genre: Non-fictie, kunstgeschiedenis
Uitgave datum: 1969
Bron: Brabantia, XVIII (1969), pp. 155-160

Gerlach 1969b

 

“De Nassauers van Breda en Jeroen Bosch’ De Tuin der Lusten” (P. Gerlach O.F.M. Cap.) 1969

[in: Brabantia, XVIII (1969), pp. 155-160]

[Herdrukt in Gerlach 1988: 171-176]

[Ook vermeld in Gibson 1983: 89 (E96)]

 

In 1517 werd de Tuin der Lusten aangetroffen in het paleis van Hendrik III van Nassau te Brussel. Aangezien Bosch vaker in opdracht heeft gewerkt, neemt men aan dat Hendrik of zijn oom en voorganger Engelbrecht II van Nassau (gestorven in 1504) de triptiek besteld heeft. Beiden stonden bekend als grote kunstliefhebbers.

 

Omdat de meeste kunsthistorici Bosch’ drieluik rond 1500 dateren, is het vooral Engelbrecht die als opdrachtgever in aanmerking komt. Hij had ‘huizen’ te Brussel, Breda, Diest en Mechelen en was genoegzaam bekend met de stad ’s-Hertogenbosch. Bovendien leidde hij naar verluidt een weinig preutse levenswijze: het Kapittel van het Gulden Vlies berispte hem daar twee maal om en zijn Brussels paleis bevatte onder meer een kamer met een bed voor vijftig personen.

 

Dit alles maakt het zeer waarschijnlijk dat Engelbrecht voor zijn Brussels huis, dat hij vanaf het jaar 1481 begon te herbouwen, bij Bosch de Tuin der Lusten-triptiek besteld heeft. Als echter zou blijken dat het drieluik van na 1504 dateert, dan blijft de mogelijkheid bestaan dat Hendrik III van Nassau de opdrachtgever was.

 

[explicit]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram