Jheronimus Bosch Art Center

Jheronimus

Ruijters 2015
Ruijters, Marcel
Genre: Fictie, graphic novel
Aantal pagina's: 160
Uitgever: Lecturis, Eindhoven
Uitgave datum: 2015
ISBN: 978-94-6226-149-5

Ruijters 2015

 

Jheronimus (Marcel Ruijters) 2015

[Lecturis, Eindhoven, 2015, 160 blz.]

[Engelse vertaling: Marcel Ruijters, Hieronymus. Knockabout, Londen, 2015]

[Deense vertaling: Marcel Ruijters, Hieronymus. Forlaens Forlaget, Kopenhagen, 2015]

[Duitse vertaling: Marcel Ruijters, Hieronymus Bosch. Avant-Verlag, Berlijn, 2016]

[Spaanse vertaling: Marcel Ruijters, El Bosco. Rey + Naranjo Editores, Bogotá, 2016]

[Poolse vertaling: Marcel Ruijters, Hieronim Bosch. Timof, Warschau, 2016]

 

In eerdere graphic novels als Sine Qua Non (2005), 1348 (2010) en Alle Heiligen (2013) toonde de Nederlandse striptekenaar Marcel Ruijters (°Tegelen, 1966) reeds zijn belangstelling voor de Middeleeuwen, belangstelling die ook weerspiegeld wordt in zijn wat ‘primitief’ en grotesk aandoende maar tegelijk zeer herkenbare, aan middeleeuwse houtsneden herinnerende diklijnige tekenstijl. In 2008 werd zijn door Dante’s Divina Comedia geïnspireerde boek Inferno bekroond als beste Nederlandse graphic novel. In 2015 won hij de Stripschapprijs voor zijn hele oeuvre. De Stichting Bosch500 gaf Ruijters in 2011 de opdracht een getekende biografie van Jheronimus Bosch te vervaardigen. Deze graphic novel verscheen in september 2015 in het Nederlands, Engels en Deens waarna nog andere vertalingen volgden.

 

Ruijters heeft getracht zijn verhaal uit te werken op een wetenschappelijk verantwoorde wijze (getuige de ‘historische toelichtingen’ achteraan het boek), maar omdat de biografie van Bosch grote leemten vertoont, was hij verplicht een aantal zaken uit de eigen koker toe te voegen aan Jheronimus’ levensverhaal. Wie enigszins vertrouwd is met de beeldenwereld van Bosch, zal met plezier heel wat dingen herkennen en heeft een aangename kluif aan het verkennen van de grens tussen feit en fictie.

 

In het begin van het eerste deel (De honden van de Heer) is Anthonis van Aken een jaar eerder overleden en hebben zijn zonen Goessen, Jheronimus en Jan het schildersatelier overgenomen. Ook Goessens vrouw Katelijn is er werkzaam als schilderes. Eén van hun schilderijen (een Ecce Homo) wordt afgewezen door de dominicanen. Jheronimus maakt kennis met Allart Duhameel.

 

In het tweede deel (Het bos heeft oren) herinnert Jheronimus zich de stadsbrand van 1463 en krijgt het atelier via Duhameel van Engelbrecht II de opdracht om de Tuin der Lusten (‘een groot drieluik met de nadruk op de alomtegenwoordige zonde van de onkuisheid’) te schilderen. Eerst maken ze echter werk van een andere opdracht (de Brusselse Kruisiging). Bij een monnik in een naburig klooster bestudeert Jheronimus miniaturen. Door in een herberg gesprekken af te luisteren doet Jheronimus inspiratie op voor de Tuin.

 

In het derde deel (Gerechtigheid) wordt Jheronimus’ beurs gestolen terwijl hij naar de kunsten van een goochelaar kijkt. Op de Markt vóór zijn huis is een kwakzalver-tandentrekker aan het werk. Deze laatste wordt buiten de stad overvallen en gedood door twee boeven die later in ’s-Hertogenbosch betrokken raken bij een dodelijke steekpartij in een herberg. De boeven worden op een wrede manier terechtgesteld.

 

In het vierde deel (De Grote Reis) gaat Jheronimus samen met Duhameel op reis naar Vlaanderen, maar na de eerste nacht keert hij al terug naar huis omdat hij bezorgd is om zijn vrouw Aleid.

 

In het vijfde deel (De grote vissen eten de kleine) maakt de stadsmagistraat van ’s-Hertogenbosch zich zorgen om het toenemende aantal bedelaars. Het is bijna 1500, Jheronimus’ broer Goessen is gestorven en Jheronimus heeft nu zijn eigen atelier met talrijke leerlingen (waaronder Jan en Anthonis, de zonen van Goessen). Samen met Jan bezoekt hij een Sint-Antoniushospitaal waar gekken en zieken verpleegd worden. Er is een opstand van de armen maar die wordt met veel bloedvergieten neergeslagen.

 

In het zesde deel (1516 A.D.) heeft Aleid een nachtmerrie waarin Jheronimus bezocht wordt door de Dood die zich blijkbaar vergist heeft (het was neef Anthonis van Aken, niet Jheronimus van Aken die hij moest halen). De Dood gaat weg maar vergeet zijn pijl, Jheronimus loopt hem achterna en even later Aleid ook, waarna zij aan allerlei monsters vraagt of zij haar man hebben gezien. Als zij wakker wordt, ligt Jheronimus naast haar in bed. Dood?

 

‘Op lichtvoetige toon beziet Ruijters zijn held, de bedachtzame en tot tobben geneigde Bosch, die kritisch is op zijn medeburgers en met lede ogen zijn stad ziet verloederen. Hij gruwt van het gedachteloze geweld om hem heen’, noteerde Ron Rijghard in zijn recensie in NRC Handelsblad. Jheronimus werd door de Nederlandse en buitenlandse vakpers bijzonder lovend en welwillend ontvangen.

 

Recensies

 

  • Ron Rijghard, “Jeroen Bosch als tobberige stripheld”, in: NRC Handelsblad / Cultureel Supplement, 1 oktober 2015.
  • Adri Gorissen, “Jheronimus, biografie in stripvorm”, in: De Limburger / Limburgs Dagblad, 15 oktober 2015.
  • Gerard Zeegers, “Gaat het er in de hel ook zo aan toe?”, in: De Groene Amsterdammer, 28 januari 2016, pp. 60-61.
  • Ute Krebs, “Hieronymus Bosch – der Teufelsmaler”, in: Freie Presse, 29 juli 2016, p. B7.

 

[explicit 3 september 2016]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram